Moderate prijsstijgingen temperen inflatieverwachtingen ondanks Amerikaanse tarieven

De ontmoedigende gevolgen van het Amerikaanse douanebeleid onder president Donald Trump op de inflatie blijken opnieuw gematigder dan verwacht. Recente gegevens over de prijsontwikkeling op groothandelsniveau voor mei lieten lagere cijfers zien dan voorspeld. Ook de consumentenprijsgegevens van de dag ervoor waren verrassend, aangezien ze evenmin een sterke stijging van de inflatie lieten zien. De producentenprijsindex (PPI) van het Bureau of Labor Statistics steeg in mei met slechts 0,1% ten opzichte van april. Deskundigen van The Wall Street Journal en Dow Jones Newswires hadden op een sterkere stijging van 0,2% gerekend. In april waren de groothandelsprijzen nog met 0,2% gedaald. Op jaarbasis stegen de groothandelsprijzen in mei met 2,6%, wat overeenkwam met de prognoses van de economen van Wells Fargo, na een stijging van 2,4% in de voorgaande maand. De kerninflatie op groothandelsniveau, zonder de volatiele categorieën voedsel en brandstoffen, nam ook minder sterk toe dan verwacht. Ondanks gedempte prijsdruk benadrukten analisten dat inflatietendensen als gevolg van de Amerikaanse tarieven steeds merkbaarder worden. De prijzen voor machines en voertuigen in de groothandel stegen met 2,9%, en ook de kosten voor huishoudelijke apparaten en computeruitrustingen namen toe. De senior-econoom van Nationwide, Ben Ayers, merkte op dat lagere prijzen voor diesel en kerosine de hoofdwinsten dempten en dat de totale kosten voor halffabricaten in mei slechts licht stegen. "De geringere toename van de PPI in mei verhult de werkelijke kostendrukkingen voor producenten. Tariefinvloeden vloeien gestaag in de prijzen voor halffabricaten, met name voor metalen, wat de productiekosten voor machines en voertuigen verhoogt," aldus Ayers.